2e luitenant bij de Koninklijke Marechaussee W.J. Arriëns

geboren 5 sept 1917, overleden 12 febr 2002

gevangen gezet op 15-5-1942

KG 31857, Oflag 67

Deze pagina (1-2-2010)  is mede tot stand gekomen door zijn zoon: Jaap Arriëns, als eerbetoon aan zijn vader.
 

2e wereldoorlog: Verklaring op eerewoord

 Klik hier voor meer informatie over Stanislau en krijgsgevangenen.


W.J. Arriëns (WJA), geboren 5 sept 1917, overleden 12 febr 2002
W.J. Arriëns kwam uit een militaire familie. Zowel zijn vader als grootvader waren officier bij de Koninklijke Landmacht. Zelf wilde hij eigenlijk na zijn HBS naar de KLM, maar dat lukte niet. Nadat mijn vader eerst dienstplichtig Kornet was geweest, werd hij in 1937 bij de KMA aangenomen. Na een verkorte opleiding tot officier werd hij in 1938 benoemd bij de Infanterie. Kort daarop kwam hij bij het Regiment Jagers. Eind 1940 was hij als 2e luitenant bij de Kon. Marechaussee, tewerkgesteld in Thorn (Limburg) bij de bestrijding van smokkelarij (kalveren, boter) aan de Belgische grens. Hij was ingekwartierd bij boer Boonen in Stramproy. Deze boer heeft mijn vader de hele oorlog (voedsel) pakketten in krijgsgevangenschap gestuurd. Diezelfde boer hielp ook met het redden en onder laten duiken van neergehaalde geallieerde vliegers. Ik ben zo blij dat ik in 2003 in Stramproy de dochter van de heer Boonen, die mijn vader uiteraard kende, heb opgezocht. Ze vertelde toen dat hij in 1945 ineens op de stoep stond en zei “ik wil weer in Stramproy worden ingekwartierd”.

Op vrijdag 15 mei 1942 moest mijn vader, 24 jaar oud en tewerk gesteld in Thorn, zich net zoals vele anderen in andere plaatsen, melden in Roermond waar hij bij verrassing opgepakt werd door de Duitsers en op de trein gezet naar Neurenberg. Hij zag kans om bij vertrek een briefje ( “Beste familie, ….. houd moed ….”) uit de trein te droppen dat werd gevonden door de heer Fr. Mekel uit Roermond, die het dezelfde avond door heeft gestuurd naar mijn vader’s ouders in Den Haag.



Na terugkomst uit krijgsgevangenschap in Nederland in 1945, kwam mijn vader direct in Engeland terecht, waar het Nederlandse leger werd getraind door de Engelsen. Eind december 1945 ontmoette hij in Birmingham op een Kerstparty een piepjong 18 jarig Engels meisje (10 jaar jonger dan hij). Binnen 8 maanden daarna (augustus 1946) was hij met haar getrouwd en weer binnen een jaar daarna werd ik in Engeland geboren (juni 1947). Drie dagen na mijn geboorte vertrok mijn vader naar Nederland van waar hij op 9 juli per schip met andere militairen afvoer naar Nederlands Indië. Mijn moeder en ik zagen hem pas weer eind maart 1950. Ik heb alle brieven van mijn vader in de nalatenschap gevonden, zowel van krijgsgevangenschap als vanuit Indië. Het zijn er honderden. Bij ons thuis was het de moeder-zoon en vader-dochter relatie (ik heb één jongere zus). Ik heb helaas nooit een echt goede band met mijn vader gehad. Dat zal zonder twijfel meerdere redenen hebben, waaronder het feit dat hij de eerste 3 jaar van mijn jonge jaren afwezig was. Hij heeft  thuis eigenlijk nooit verteld over Stanislau. Een klein beetje over Indië. Hij wilde ook niet terug naar Stanislau met latere georganiseerde reizen. Hij heeft ook niet deelgenomen aan de reunie “KGF” in 1975. Ik geloof wel dat hij verbitterd was o.a. door de kritische ontvangst in Nederland van zowel krijgsgevangenen (bij terugkomst uit krijgsgevangenschap werden de officieren niet toegelaten tot Nederland, ze hebben een dag bij de grens moetenwachten) als Indië-gangers. Na terugkomst uit Indië gingen we met ons gezinnetje wonen in Eindhoven en vervolgens in Breda en Apeldoorn.

W.J. Arriëns is in 1974 als Kolonel der Koninklijke Marechaussee met leeftijdsontslag gegaan. Zijn laatste functie was Divisiecommandant Zuid-Nederland met kantoor in Breda. Na zijn “pensioen” is hij niet erg actief geweest in het burgerleven. In zijn laatste jaren bespeurde ik niet veel levensvreugde meer. Achteraf gezien, was zijn geheugen al jaren aan het achteruit gaan, maar wist hij dat goed te verbergen. Hij overleed in 2002. Mijn moeder die 10 jaar jonger was, hield het niet eens een jaar alleen uit  en overleed in 2003.

 




01 13 mei 1942, dus 2 dagen voordat hij werd opgepakt, brief van W.J. Arriëns aan zijn ouders.

Onderaan schrijft hij : “We moeten vrijdag ook komen.”. Vrijdag is de bewuste 15

mei 1942. De notitie helemaal onderaan is van zijn vader, die altijd op alle correspondentie

datum van ontvangst dan wel verzending noteerde.

 



02 15 mei 1942. Het briefje: “Beste familie ik ben gauw weer terug. Houdt moed. Zorg

voor paard en spullen in Stramproy Thorn. Houd moed Jaap” , dat W.J. Arriëns uit de

trein wist te laten vallen en dat gelukkig gevonden werd door een voorbijganger, de

heer Mekel, uit Roermond. W.J. Arriëns had dus in die tijd zijn eigen paard (gefinancierd door

zijn vader)



03 15 mei 1942. de brief (“….. Dit briefje vond ik in gehavende enveloppe op de

spoorlijn.”) van de heer Mekel waarmee hij diezelfde avond het briefje (met Expres

post!) van W.J. Arriëns naar zijn ouders in Den Haag stuurde

 


04/05 30 mei 1942. Originele handgeschreven, “gesmokkelde” brief van W.J. Arriëns uit Nurnberg:

“…. hier een gesmokkeld woordje …”



06/07 30 mei 1942. Zelfde brief, maar door mij (Jaap4) uitgetypt. Let op, door mij vet gemaakt, in het

midden van de eerste pagina vertelt mijn vader over de code die hij in zijn correspondentie

zal gebruiken:

“… als ik meervoud schrijf in het vervolg, dus wij hebben, wij doen dan betekent dat het dan

het omgekeerde als wat er staat. Schrijf ik enkelvoud dan is dat de waarheid. Zoo zeg ik bv.

we hebben hier eten genoeg, maar je mag mij alles sturen, behalve aardappelen en water.”

 

 

Brief geschreven door W.J.III op 30 mei l942, nadat hij op 15 mei in Roermond, tegelijk met vele andere Nederlandse officieren onverwachts door de Duitsers gevangen was genomen en op transport naar Duitsland


Beste familie,
Hier een gesmokkeld woordje. Of het aankomt en of het lang duurt, kan ik niets van zeggen.
We zijn hier in een groot barakkenkamp van 8 km2 bij Neurenberg waar ook andere kg zitten.
Het gaat hier verre van overeenkomstig de conventie van Geneve,maar maak je maar niet ongerust. Zou het afgeloopen zijn, we zijn hier verstoken van enig nieuws. Eten is niks, we liggen in barakken 3-hoog (eerst in tenten!) en hebben niets anders dan 1 bed met 2 rot dekentjes en een kraan met water, een kom met lepel, anders niets. Ik vraag daarom verschillende dingen te sturen, nog loopende zaken af te handelen, enz.

Ten eerste mogen we 3x per maand schrijven, wanneer dit begint weet ik niet, 2e mogen jullie 2x (per) maand 1pak van 5 kg sturen,
3e kan je bij het Roode Kruis voor f 5,00 (75.00?) een liebesgabe(?) laten
sturen. Stuur veel, dan verlicht het de tijd hier. Laat andere menschen het ook doen. Schrijven jullie, telkens als je wat van mij hoort aan Boonen, waarvan ik na jullie op de eerste plaats,het  liefst wat hoor. De artikelen die ik op noem en die al in de koffer (die ik nog niet heb) zaten, hoef ik natuurlijk niet te hebben. Jullie krijgen 2/3 van mijn tractement, het geen je kunt gebruiken om mijn schuld bij Pa in te lossen en onkosten te bestrijden. Om aan de verschillende artikelen te komen die ik graag heb, reis jullie maar naar Boonen en Adams (Thorn) en schooier iedereen van de familie maar af. We hebben hier behoorlijk honger,en als de moffen slecht humeur hebben laat het eten wel eens op zich wachten maar zoals ik zeg, maak je heusch niet ongerust. Ik ben ongeruster over jullie. Nu het mededelen van nieuws.
Alle officieren zitten hier en ik zie ze allemaal wel. We zijn met + 2000. Als ik meervoud schrijf in het vervolg, dus wij hebben, wij doen dat betekent dat het dan het omgekeerde als wat er staat. Schrijf ik enkelvoud dat is dat de waarheid. Zoo zeg ik bv. we hebben hier eten genoeg 'maar je mag mij alles sturen, behalve aardappelen en water, Verder was er dan nog af te handelen, L. ,Maas,oppasser,die gedetacheerd was bij mij en behoorde tot Brigade Grave, wonende te Middelburg, dit voor event. nasporingen, weet alles van mijn zaken. In mijn administratie waren ook part. stukken in die ordner, die ordner en verder bureau utensilien waÍen van mij. Dan was er wasch bij de 3 molens (?) in Weert. Mijn stam (?)­rookkaart  warenbij Cober in Thom, ook nieuwe bonnen. Nieuwe fiets in Thorn. Nog foto's af te halen Maaspoort in Weert. Nog een ongevaarlijk tentzeil bij v.d. Berk, kleermaker in S'roy.
Dan heeft Maas 2 boeken over paarden van mij. Adams moet ½ x f 65 kostgeld hebben. Maas moet nog geld van rekeningetjes hebben. Niet veel + f 5,00. Van Opper Jacobs moet ik nog

 






09/10 brief van wachtmeester Ravestein aan ouders van W.J. Arriëns (WJA’s vader was gepensioneerd

Kolonel) ; Ravestein diende vermoedelijk onder W.J. Arriëns in Thorn. In de brief: “de heer Boonen”

is dus de boer waar W.J. Arriëns was ingekwartierd. En “de luitenant” wordt bedoeld W.J. Arriëns.

 



11 W.J. Arriëns stuurde blijkbaar ook voedsel in omgekeerde richting: naar zijn familie in Nederland (!).

Dus hier een pakket geadresseerd aan zijn ouders vader (zijn vader was ook W.J. Arriens!) in

Den Haag. W.J. Arriëns’s vader noteert weer trouw wanneer het pakket werd ontvangen: 13 aug. 43.

 

 

12 W.J. Arriëns heeft geloofsbelijdenis gedaan in Stanislau (thuis was hij niet kerkelijk). De

geloofsbelijdenis is o.a. ondertekend door dominee Vaandrager, H Wetting van Rijn,
L.C. van der Schee, D.B.A. Franken en O.J. Siersema



13/14 Menu van diner in Stanislau (“22 october 1938 – 1943”); rechtsboven W.J. Arriëns’s krijgsgevangen nummer

(31857) en let op in het menu: “….. mineraalwater Quell Stanislau …”;



Op de achterkant handtekeningen van deelnemers aan het diner; ik (Jaap4) weet niet ter

gelegenheid waarvan dit diner was.



15 zonder twijfel ontvangen met de post uit Ned: kerstkaart van de “commissie onderofficieren

Grenadiers en Jagers”, voor de kerst 1943; op de achterkant van de kaart geen tekst; deze

“commissie onderofficieren Gren en Jagers” stuurt later meer kaarten
 

 


 


16/17 Menu diner 2e Kerstdag 1943 te Stanislau; op de achterkant handtekeningen ( “Surnom s.v.p.

…”) van de deelnemers; ik lees o.a. : Evert de Bruin, Piet de Vries, Gerrit Mensink, …. De

Poorter, Jaap Houtkamp, Joop Wagemans, H.A. Ludwig ….. en anderen

18/19 kaarten voor Pasen en Pinksteren 1944 van de “commissie onderofficieren Gren en Jagers”

 


20 kaart van de comm. Onderoff. Gren en Jagers, zonder twijfel ter begeleiding van het in

hieronder punt 21 genoemd “(feest)pakket”



21 brief van de “commissie onderoff. Gren en Jagers” van 7 juli 1944 aan de vrouwen in Nederland

over het zenden van een “feestpakket”
 


22 melding van het Rode Kruis aan de ouders van W.J. Arriëns dat hij in Neu Br zit



23 door W.J. Arriëns verzonden aan zijn ouders; achterkant visitekaartje van W.J. Arriëns met mededeling aan

zijn ouders dat hij in een “ paar dagen” thuis is. W.J. Arriëns’s vader , die bij familie in Diepenveen

woonde, noteerde weer trouw de datum van ontvangst van post :“29-5-1945”
 

24/25 plaatjes van diverse sigaretten en voedsel uit krijgsgevangenschap

30 W.J. Arriëns in Marechaussee-uniform op de foto

31 W.J. Arriëns in uniform van de Grenadiers en Jagers op de foto

32 foto te Stanislau voorjaar 1943 met W.J. Arriëns staand 3e van rechts in Marechaussee-uniform


33 W.J. Arriëns als kolonel der Koninklijke Marechaussee in 1974, het jaar dat hij de dienst uitging


40/41 pleedeksel krijgsgevangenschap, door W.J. Arriëns zelf gemaakt; W.J. Arriëns heeft met behulp van spiegel

of vergrootglas en de zon ingebrand: aan de ene kant het Arriens-familiewapen en de


achterkant de handtekeningen van zijn barak- of slaapzaalgenoten; o.a. Piet de Vries, Mensink, de Poorter, Houtkamp, Wagemans Ludwig, .. … en verder v.d. Heiden, Schrek (?), Huizinga (?) en …. (?)

42/43 Pools houtsnijwerk, doosje
 

 

44/45 Pools houtsnijwerk, rond bord; op achterkant o.a. tekst, geschreven door W.J. Arriëns’s ouders :

“Dit bord kregen wij van Jaap uit zijn Krijgsgevangenkamp te Stanislau op 28-5-1943”;

Waarschijnlijk gewonnen met een sinterklaas Tombola. Veel Poolse gevangen ruilden snijwerk voor sigaretten of eten.
De nederlanders hadden het relatief beter dan de Oost-Europese gevangenen.
 

 



46/47 Pools houtsnijwerk, asbak; op de onderkant geschreven door W.J. Arriëns’s ouders:

“uit Stanislau van Jaap 13 – 8 – 43”
 

 

 

 

 Klik hier voor alles over Stanislau en krijgsgevangenen