Café de Beer
(De Vredesduif ) 

In 2012 vierde Café De Vredesduif (iedereen noemt het de Beer)  haar 100 jarig bestaan. Een uniek cafe in Eindhoven aan de Tongelresestraat 187.
Je hoort er verhalen die je nergers anders hoort in Eindhoven. Een kleurijk cafe met vele persoonlijkheden. 
Staat buiten de rooilijn van de Tongelresestraat  en springt daarmee, met al zijn gasten uit , direct in beeld.

“Honderd jaar De Beer”

 Boek met 32 portretten van bezoekers en stamgasten van het honderdjarige markante Eindhovense cafe De Beer ofwel cafe De Vredesduif.​
Exclusief cadeau voor de klanten van De Beer
foto's: Jos Lammers, portret en documentair fotograaf.
Tekst: Jan-Willem van den Enden
Oplage 500 stuks (uitverkocht), uitgave 2012, 120 pagina's
 isbn  9789461901835 /  9461901836  


 

2012: Café De Vredesduif bestaat 100 jaar.

Café De Vredesduif bestaat maandag precies 100 jaar. Het kleine café, dat ook bekend staat als de Beer, zit al 100 jaar aan de Tongelresestraat 187. Maandag is daarom uitbaatser Hennie van Oorschot-van Hout onderscheiden als Lid in de Orde van Oranje Nassau. Hennie is 65 en is al 42 jaar uitbaatster.

"Door haar is het café, beter bekend als De Beer, een soort huiskamer/toevluchtsoord voor clientèle van diverse pluimage geworden", laat de gemeente Eindhoven weten. "Mevrouw Van Oorschot is bijzonder zorgzaam en functioneert min of meer als maatschappelijk werkster: ze houdt de klanten goed in de gaten, vooral de eenzamen en behoeftigen. Gesteld kan worden dat zij zich in hoge mate inzet voor de zwakkeren in de samenleving. Decoranda speelt daardoor onmiskenbaar een belangrijke rol in de sociale cohesie van de wijk Tongelre."

"Laat de koeien maar loeien"

Opname van het zangtalent Crisje van de Moosdijk in cafe De Beer in Eindhoven (2013) Film © lammers
Hieronder een foto van de filmpresentatie "laat de koeien maar loeien" op donderdag 17 augustus 2017 om 18.30 uur 

EEN HONDERDJARIGE IN TONGELRE

Het betreft hier geen persoon maar een horecabedrijf.
Nou zult u zeggen, tja en, dat gebeurt toch wel meer? Dat klopt. Maar het gebeurt zelden tot nooit dat dezelfde familie een bedrijf honderd jaar in haar bezit heeft.
Dit heugelijke feit vond plaats op maandag 12 november 2012, exact honderd jaar na de opening door Harrie en Marie de Beer. We hebben het natuurlijk over café De Beer op de hoek Tongelresestraat met de kievitlaan.

Kasteleinse Hennie van Oorschot - van Hout, kleindochter
van de oprichter wilde dit eeuwfeest niet ongemerkt voorbij laten gaan. En dat hebben we mogen beleven. Het was de gehele week feest voor haar clientèle en genodigden, met als hoogtepunt het bezoek van burgemeester Rob van Gijzel, die na een toespraak welke een conferencier niet zou misstaan, Hennie de Koninklijke versierselen opspeldde voor haar sociale gedrag en betrokkenheid.
Hennie bood op haar beurt de burgemeester het boek ‘Honderd jaar De Beer’ aan wat ook alle klanten daarna als cadeau mee naar huis kregen.

Volkscafé pur sang
Alle lokale media en diverse landelijke dagbladen gingen in op dit heugelijke feit. Blijkbaar was het landelijk ook een uniek hoogtepunt, getuige de belangstelling.
Van doorslaggevende betekenis is natuurlijk Hennie, een kasteleinse van de kwaliteit ‘Hors categorie’ die al vijftig jaar achter de tap van De Beer staat, als opvolgster van haar moeder en oma.
Zo is het ook met haar klandizie waar de opa’s en oma’s acte de présence gaven. Het is een prototype volkscafé zoals je ze in Amsterdam nog wel eens tegenkomt.


Amsterdamse roots

Hoe is het allemaal zo gekomen? Toen ene Christiaan Klaassen op 12 maart 1820 te Amsterdam te vondeling werd gelegd, zou niemand kunnen bevroeden dat dit kind van onbekende ouders, opgegroeid in het aalmoezeniershuis te Amsterdam aan de wieg zou staan van een van de bekendste café’s van Eindhoven en omstreken.

In 1858 trad hij op 37-jarige leeftijd te Heeze als gepensioneerd militair in het huwelijk met de dertien jaar jongere Catharina van Gaalen. Na de geboorte van een zestal kinderen verhuisden ze in 1876 van Heeze naar het havengebied van het Eindhovens kanaal in Stratum waar genoeg werk was om alle monden te kunnen vullen. Toen café de Valk (later café de Hefbrug) aan de kruising Tongelreseweg met het kanaal vrijkwam, voelde Christiaan zich voor deze taak wel geroepen. Mede door zijn militaire achtergrond was hij in staat om de klandizie bestaande uit een zootje ongeregeld, in bedwang te houden. Zijn zonen hielden zich bezig als sleepbootvaarders (teugelaars) en koetsier en dochter Maria werkte als dienster bij haar oom in een café in de stad. Na het overlijden van Christiaan in 1895 namen zoon Jacobus en zijn vrouw het herbergierschap over. Hendricus (Harrie) de Beer






Deze Tilburger komt elke dag van Tilburg met de trein naar Eindhoven om als verver bij de Fa. De Haes zijn kost te verdienen. Op een dag als hij nog een uurtje over heeft om naar huis te treinen, loopt hij binnen in het etablissement waar Maria Klaassen bedient. Het is liefde op het eerste gezicht. Om zijn geliefde zoveel mogelijk te zien, verhuist hij in 1903 naar een pension in de Bleekstraat.
Op 12 mei 1906 treden ze in het huwelijk.Na verloop van tijd krijgen ze de gelegenheid om een café te beginnen. Ze kunnen het café De Vleut huren, gelegen aan de Tongelresestraat naast brouwerij Van der Harten. Op dit café van bedenkelijk allooi (zevencents café) zijn ze vlug uitgekeken.
Wanneer de gelegenheid zich voordoet om honderd meter verder, op de hoek provinciale grindweg (Tongelresestraat) en Haagdijk (Kievitlaan), een café te starten, is de beslissing snel genomen.En zo wordt op 12 november 1912 café De Beer geopend.

Eens De Beer, altijd De Beer De naam De Beer heeft officieel maar dertien jaar bestaan. Want toen er in 1925 een zaal bij kwam, werd bij de aanvraag van de vergunning deze naam niet geaccepteerd. Schoonzoon Henk van Hout - in 1936 getrouwd met Cato de Beer stelde de naam ‘De Vredesduif’ voor, naar de in het café gevestigde duivenclub. Dit is tot op de dag van heden de officiële naam, maar wordt zelden door iemand gebruikt. ‘Het is De Beer en het blijft De Beer’.

Als Harrie de Beer in 1936 overlijdt, zetten moeder Maria en dochter Cato het café voort. Na het overlijden van Maria, bestieren Cato en haar man Henk samen het café. In 1970 herhaalt de geschiedenis zich als Henk overlijdt en moeder Cato en de kinderen de beslissing nemen om samen door te gaan. Dochter Hennie ontpopt zich als een ware kasteleinse en zal na verloop van tijd, bijgestaan door broer Piet, het café laten uitgroeien tot een café dat met trots de naam stamkroeg mag dragen. En daar mag op gedronken worden.
Bron: http://www.rondhethofke.nl/2013-02.pdf
Kleurenfoto:  © Jos Lammers let op: Copyright.

© Jos Lammers foto overgenomen met toestemming van de fotograaf.  let op: Copyright op deze foto

Sfeerverhaal uit het boek “Honderd jaar De Beer”

„Hij belde me een keer op”, begint Hennie een anekdote over Jos de Wit.„Kom me halen”, vertrouwde hij me verward toe. „Waar ben je?” vroeg ik. „In het ziekenhuis”, was zijn antwoord. „Ik heb mijn been gebroken. Ze opereren me morgen. Ik heb te veel gedronken.” Ik zuchtte: „Is het weer zover? Ik hoop dat ze je been er achterstevoren eraan zetten. Dan kun je geen kant
meer op!”
Jos de Wit lijkt een abonnement te hebben op het ziekenhuis. „Hij gaat nooit naar de huisarts, maar meteen naar het ziekenhuis”, vullen bezoekers aan de tafel voor de toog aan. „En als hij er is, wil hij meteen weer weg. Desnoodskruipt hij bij iemand achterop de brommer. Of hij gaat de volgende dag met zijn gipsen poot naar huis, pakt een hamer en slaat het gips aan gruzelementen.” Jos de Wit is de Sinterklaas van café De Beer. En ook in die hoedanigheid is hij in het ziekenhuis beland. Al thans dat staat in zijn medisch dossier. Van het paard gevallen en een been gebroken, luidt een passage in zijn omvangrijk medische biografie. „Ben de gek”, vullen de gasten aan de tafel weer aan. „Niks van het paard gevallen. Het was tegen Sinterklaas en hij is met zijn zatte kop gewoon ergens van af gedonderd.” De brokkenpiloot houdt de gemoederen nog even bezig. De onrust, de drank, de constante gang naar het ziekenhuis en de vele breuken.
„Het gips staat bij hem in de schuur. Soms legt ie zelf een gipsen poot aan. En anders gebruikt ie ze als bloemenvaas.” „Afijn”, besluit Hennie. „Ze hebben hem nu vastgebonden op bed. Kan ie eens een keer goed bijkomen.”

De drukke verhalen over Jos de Wit vullen café De Beer. In een oase van rust zit Piet van Boxtel achter de fruitautomaat de ijzeren mond van de automaat te voeden. Met een kalmte waarmee in vroegere tijden kleffe hosties devoot aan natte tongen werden toevertrouwd, vult Piet de stille veelvraat. Piet is in de commotie over Jos de Wit het stille hart van een cycloon. De verhalen van Jos razen voorbij. Veel geschreeuw, maar weinig wol. Jos is de wervelwind, maar Piet zat ooit echt in het stille hart van een cycloon. Hij had nooit iets gehad, maar moest opeens, zomaar uit het niets, een been missen. Marijke, zijn vrouw, zit aan de andere kant van de tafel en kijkt, terwijl ze haar verhaal doet, tegen de rug van Piet aan. Rechts naast haar staat het looprek waarmee Piet tegenwoordig zijn weg moet vinden. „Het was met carnaval. We zouden met de familie en vrienden flink op stap gaan. Ge kent Piet. Het liefst zat ie met carnaval ‘s morgens om negen uur al in de kroeg. Maar Piet voelde zich niet lekker. Hij had pijn in zijn buik. Hij ging even op bed liggen. Ik belde de huisarts. Even later kwamen de vrienden binnen. Er heerst buikgriep, vertelden ze. Ondertussen kwam de huisarts. Die dacht in eerste instantie ook aan buikgriep. ’Ga maar gerust’, zei hij. ’Bij buikgriep moet het met het uur minder worden’. We gingen op stap, maar toch vertrouwde ik het niet.
Ik ging weer naar huis en zag dat Piet ontzettend ziek was. Weer bellen naar de huisarts en even later werd Piet met spoed naar het ziekenhuis gebracht.

’s Morgens belde de arts uit het ziekenhuis. ‘Alles onder controle’, meldde hij. Hij had een virus. Enkele uren later belde hij weer. Nu was het nieuws van heel andere aard. Ik schrok me te pletter. ‘We hebben uw man weer geopereerd. Hij was in levensgevaar. We hebben een been moeten amputeren’. Oorzaak: een bacterie.” Marijke houdt even stil. Piet draait zich om van de fruitautomaat en voegt zich stilzwijgend bij de monoloog van Marijke. Ze gaat verder. „Piet heeft vanaf dat moment voor zijn leven moeten vechten. Hij lag twaalf weken bewusteloos op de intensive care. Na twaalf weken begon hij weer tekenen van leven te vertonen.” Het café wordt rustig na een dergelijk verhaal. Het is midden augustus 2009, tegen vijf uur op een gewone doordeweekse bloedhete dag waarop de Mexicaanse griep zich al behoorlijk aan het melden is in Nederland. Genoeg redenen om een slok te pakken van een glas Dommelsch bier. Wat zo’n loeder van een bacterie kan veroorzaken, beseffen de trouwe bezoekers. Het onderwerp boeit. In De Beer worden namen genoemd van buurtbewoners die ook een been missen of onlangs naar de chirurg zijn geweest. Marijke is zich heel bewust dat zo’n kleine rotbacterie een mensenleven op zijn kop zet. „Kennen jullie het verhaal van die hond in Geldrop?”, vervolgt ze. De toehoorders begrijpen dat de vraagstelling niet over een mop gaat en schudden ontkennend het hoofd. „In een winkel komt een klant met een hond. De hond staat tegen de toonbank. De winkelier schenkt de hond aandacht. De hond likt hem over zijn handen. De man wordt later ziek en overlijdt. Oorzaak: bacteriën.” Iemand bevestigt het verhaal.
„Klopt, dat heb ik in de krant gelezen.” De rest van het café is stil. Tijd voor een flinke slok bier. Kan nooit kwaad.
Misschien wel het beste medicijn om onzichtbare bacteriën op afstand te houden.
Tekst en copyright © Jan-Willem van den Enden

2015: Café de Beer uit Tongelre is leukste cafe van Eindhoven

Lezers van weekkrant Groot Eindhoven hebben, in 2015, Café De Beer uit Tongelre uitgeroepen tot Leukste Buurtkroeg van Eindhoven.
Van elk stadsdeel was één kroeg genomineerd. Behalve De Beer waren dat 't Vonderke in Gestel, Café Casino in Stratum, The Little One in het centrum, 't Wapen van Strijp in Strijp en café De Koens in Woensel. Uiteindelijk kozen andere kroegbazen uit deze selectie de beste. De finale was in café De Gouden Bal en de initiatiefnemer Bart Roggen overhandigde de beker aan de eigenaresse van De Beer,  " Kastelein van het jaar" Hennie van Oorschot.

Biljartvereniging De Beer © Jos Lammers foto overgenomen met toestemming van de fotograaf. let op: Copyright op deze foto.

© Jos Lammers foto overgenomen met toestemming van de fotograaf. let op: Copyright op deze foto  Aantal  (stam)gasten van cafe de Beer 

Cafe de Beer 100 jaar: video en diashow

Uitbaters cafe de Beer

1880 - 1912

1880 J.C. Van Vlerken
1904 J.v.d. Berk

1949 - 1952

Piet en Sjaan de Rooij

1912 - 1949

1912 Henricus de Beer en Maria
1942 Henk van Hout en Cato de Beer


1952 - heden

Henk van Hout
Hennie van Oorschot  - van Hout
Hennie is kleindochter van de oprichter Harrie de Beer

Ter gelegenheid van het 80 jarig bestaan van café de Vredesduif, in 1992,  werd een boekje uitgegeven. 23 pagina's