Onderstaande lijst van bijnamen of spotnamen is waarschijnlijk samengesteld door oer-eindhovenaar Jan [bijnaam Jantje] van de Heijden en zijn stamgasten van cafe Herberg Oud Eindhoven dat eerst gevestigd was op de Markt en later op Stratumseind. De periode is ongeveer 1920 -1940. De lijst geeft tevens een mooi beeld van de gewone Eindhovenaar. Opvallend veel snoepwinkeltjes in de stad.
Beschikbaar gesteld door Frans Dekkers
t Chocoladekuntje,
Ze oefende het oudste beroep uit, waarbij wordt gezegd, dat zij dit deed tegen vergoeding van een reep chocolade.
De ware Jacob,
had een ijskar met mooi opgepoetste koperen bakken en deksels. hij had een vaste standplaats op de hoek van de markt en de marktstraat. Naam was de Kuiper of Kuipers.
[Foto eindhoveninbeeld.com Hij maakte zelf zijn ijs. Had een "winkeltje" aan de Edenstraat. Het was een snoepwinkeltje in een garage in de Edenstraat, is later door zijn zoon Harrie overgenomen. De zoon Harrie werd ook "de ware Jacob" genoemd.}
Jan Coolen,
zo rijk als Jan Coolen. Hij was brouwer.
Jan Lal,
bracht de Meierijsche courant rond in de dorpen ten zuiden van Eindhoven. Hij praatte heel veel en altijd onzin. Op de dorpen kocht hij kippen en eieren en verkocht deze op de Leenderweg. Hij heette Lamers en woonde op de Leenderweg even voorbij de Biesterweg.
Jan Lap,
hij had een klokken- en horloge zaak in de Jan van Lieshoutstraat tevens horlogemaker, ( hij lapte de horloges en de klokken op.)
Hannes ( Jan) Boef ( Jan van Gemeet.)
Was loonslager op het oude slachthuis waar nu het Kantongerecht staat. hij woonde op het Begijnhof. Werkte later bij Exportslagerij Wijnbergen in de Hoogstraat.
Janseke ( Pupke Jansen)
Onderwijzer op de lagere school in de ten Hagestraat.Hij woonde in de Merellaan 10.
Jantje
van der Heijden [ extra toegevoegd, staat niet in de originele lijst, maar deze lijst is waarschijnlijk door hem en zijn stamgasten van zijn cafe / herberg -hotel Oud-Eindhoven samengesteld.] In het boek "Eindhoven kent vele gezichten, deel 2, 1999, pagina 98- 102 een interview met en levensloop verhaal over Jantje [10-01-1921 - 19-02-2005] Waarin hij deze bijnamen lijst aansamenstelster van het boek Dorothée F. Foole ook ter sprake brengt. Meer online info https://haonepedia.haone.nl
Jepke Stink,
De rooie Jood,
Andriessen in Gestel.
Jood Jesse,
was koster in de jodenkerk en woonde op de Hoogeweg (thans Lijmbeekstraat )
Kaatje Klause,
Was waarzegster in Eindhoven ( Begijnhof of vooraan Hoogstraat.)
De Kiep,
was een dame op de Grote Berg die sprekend op een kiep leek. Zij liep met haar lange nek en klein hoofdje ver naar voren en haar achterste stak zij zo ver mogelijk achteruit. Net een kiep. [kip]
De Kievit,
Logementhouder, naam Kivits. Ter onderscheiding van naamgenoten wist iedereen, dat de Kievit de logementhouder was. Men kon daar voor 30 cent per nacht slapen.
De kikvors,
De Kittel,
Liep met reclameborden als ,, sandwichman" voor magazijn de Olifant. Hij had een hoofddeksel waaraan enkele bellen rinkelden. Zijn hoofddeksel was een soort ketel. Zijn naam was Vromans en niet zoals wel eens gedacht wordt Ketelaars,
Den Kleijs,
De Kneup,
Kleermaker Kneepkens in de buurt van de Bergstraat of Kattenstraat. Later woonde hij in de St. Catharinastraat of H.Geeststraat. Er was er nog een die de kneup genoemd werd doch in Stratum, dat was zijn broer caféhouder in café De Roskam op de Stratumsedijk naast het pand waar nu apotheek Aengenendt is.
Tinus de Koapman,
ene slager Weijtens ter onderscheiding van de andere slager Weijtens. kocht zelf de varkens bij de boeren.
Kökske,
Fotograaf van de Kerkhof, woonde Kloosterdreef hoek Maaslaan ( later genaamd Runstraat) Hij liep zoals men zei dubbelmank.
Kop van Gennip,
Om duidelijk te zijn wie men bedoelde. Men had o.a. zijn broers Sjef en Nard beiden voetballers van Eindhoven (E.V.V. ) Kop had natuurlijk ook een voornaam die ik echter nooit gehoord heb. Hij had inderdaad een groot hoofd. (latere informatie voornaam Willeke (Willem).
Den Koppel,
Vishandelaar Koppelmans op de Grote Berg.
Den Kuppes,
deze man heette normaal Kuppens maar omdat er meer waren kreeg er een de naam den kuppes - dan wist iedereen wie men bedoelde Hij had een hondenkar waarmee hij voor weinig geld vervoersdiensten verrichtte. een gezegde in Eindhoven wanneer men ergens afwijzend op reageerde omdat men het b.v. onzin vond , Ja Ja den hond van den kuppes. Wat het betekent weet ik niet.
De Krint,
't Laag Gerritje, was een klein mannetje uit Gestel.
't Lang Gerritje,
was heel lang en kwam uit Eindhoven. Hij heette Gerrit van de Wal.Hij had een kaaswinkel op de Kleine Berg.
Bluumkes langs de Dommel
Zeg, hedde ooit geheurd had van d'Eindhovense type
Dè ware toch geen koaje lui, hoe dè we ze ok riepe
Mer as ge al die name heurt, dan denkte 't ware rare
Doch 't waar as nou mee carnaval, 't heurde bij mekare.
Wie kent er Leenke Koekoek nog, den Driek, de Gud, de Pees
Of Pietje Soes en Treeske Bits, Toon Tut, den dikken Hees
Mie Vospaket en Jepke Stink, de Nes, den Teik, de Giel
De Schoenpees en den ijzere Piet of Antoon mee z'n wiel.
Paulientje van de Poaterkerk, de Schèle en den Bol
En Driek de Bus en Mieke Speul, de Duvel en Dirk Drol
De Ware Jacob en Jan Lap, den Biskop, Kaatje Klaus
De Koppel en 't Laag Gerritje, de Baker en de Paus.
De Watterchinees, den Alepiet, den Blink en Betje Plek
Den Tjum, den Ellestieken Bil, Jan Loef en Peerke Lek
De Schel, 't Fikse en den Baf, jood Jesse en de Kleys
De Schol, de Pindol en den Turk, Jan Coolen, gekken Thijs.
De Kittel en de Ezelin, den Bels, de Gauw Anna
En Trui de Schijter, Treeske Lat, Bultje Ras en Rooi Mina
Rooien Dorus, Rubens en de Krint, de Kuppes en Piet Bommel
De Stale Jissus en den Duuk, Batlander van de Dommel.
En 't Engeltje van het Plafon, de Koapman, 't Blekke Lempke
Den Homla, 't Höpke en de Zweep, Schjève Tijs, 't zije Hemke
De Rijke en den Erme Roos, en Berta van de Somme
En proaters net as Jan van Best, ge moet er nou um komme.
Zu hedde nou dan wa geheurd van Eindhovense typen
Dè waren toch de koajste nie, hoe dè me ze ook riepen
Maar as ge al die name heurt dan denk-te "'t ware rare"
Doch 't waar as nou mee carnaval, 't heurde bij mekare.
Karel de Klène (Karel Vermeeren)
Karel Vermeeren schreef 1973/1974 een carnavalslied dat over Eindhovense bijnamen ging: 'Bluumkes langs de Dommel'. Bovenstaande gedicht komt uit 'Eindhoven tussen gloeikouske en gloeilamp' van Karel Vermeeren
(pagina 217-219).
Jan Spoorenberg schreef 8 artikelen in Gruun Buukske, over bijnamen onder de titel van "Bluumkes langs de Dommel" Het negende artikel is van J.M.J. Karel.
Vraag was ‘De Schol ‘ Karel of Johannes van Laarhoven? Graag antwoord op contact