Kaart van Eindhoven 1500

Dit is een situatieschets van Eindhoven met de markt, kasteel en klooster Die Haghe.
Aantal gebouwen zoals  Waag (een gebouw waar goederen worden gewogen) , vleeshuis, gewandhuis (gildehuis der lakenkopers), Hospitale of gasthuis enz.

Eindhoven in de Middeleeuwen (887 - 1418)

Kort voor 1232 is waarschijnlijk de nederzetting Eindhoven aan de samenvloeiing van de Dommel en Gender ontstaan op een gebied met een hardere bodem waar nu het Marienhage klooster is. In het jaar 1232 verleende hertog Hendrik I van Brabant aan de inwoners vrijheidsrechten, een eigen bestuur, eigen rechtspraak en een weekmarkt waar de omwonenden hun producten verplicht waren te verkopen. Dit privilege kan je een soort stadsrecht noemen, omdat de stad Eindhoven haar ontstaan eraan te danken heeft. 
Eindhoven was in die tijd een kleine "stad" met een bevolking die voornamelijk bestond uit kooplui en boeren.  De nederzetting die deel uitmaakte van de parochie van Woensel kreeg haar eigen parochiekerk, die in 1399 tot kapittelkerk werd verheven.

In de Bourgondische tijd (1419 - 1567)

De "stad" was inmiddels zo belangrijk geworden voor de omgeving dat in 1423 hertog Jan IV de nederzetting volledige stadsrechten gaf. Eindhoven had vanaf toen het recht van 'ingebod en uitpanding' uit te oefenen. Dat hield in dat iedereen voor de stedelijke schepenbank kon worden gedagvaard wanneer hij een overeenkomst niet nakwam die hij voor de Eindhovense schepenen was aangegaan.

In 1419 organiseerde Jan van Schoonvorst van de heren Cranendonk de ambachtsgilden. Ook gaf hij de stad recht op het heffen van accijns.
Jan van Schoonvorst gaf zijn burcht af aan de reguliere kannunikken van Sint Augustinus die het als klooster in gebruik namen. Zelf trok hij in een nieuw kasteel op de plaats van Ravensdonck in. Dit kasteel maakte deel uit van de vestingwerken die bestonden uit wallen, poorten en een gracht. De stad heeft toen waarschijnlijk uitgezien als een fort.
Palmzondag 1485, de stad wordt stormenderhand ingenomen door de Geldersen. De hele stad gaat op in vuur en vlam. Slechts zes huisjes buiten het stadscentrum blijven gespaard.

Om de stad te herstellen word er van iedereen in Peel- en Kempenland twee stuivers belasting geheven.
Het Gelderse terreur hield echter niet op, vele andere keren werd Brabant onder de voet gelopen. Hierdoor trokken veel welgestelde Eindhovenaren weg naar Antwerpen. Voor Eindhoven braken onrustige tijden aan.
Het opkomende Lutheranisme in de stad zorgde voor grote onrust. Om de burgers op het rechte pad te houden schreef de deken van het kapittel, Wijnanad Kincks, het "Stichtelijk Boeksken". Dit boekje werd een echte bestseller. Het effect ervan bleek echter niet goed te werken, want de Lutherse lezers konden na het lezen van een tekst, waarin stond dat ze blindelings naar de hel zouden varen, niet echt tot inkeer komen.

Behalve politieke problemen doken er ook sociale problemen op: door het 'geld in natura' - schoenen en eten - dat achter in de kerken werd uitgedeeld aan armen, kwamen er steeds meer bedelaars op de stad af. Maximiliaan van Buren, die heer van Eindhoven was, probeerde de invasie te stoppen door een reeks veroor-delingen. Dit hielp echter niet.
In 1543 plunderde de Gelderse legerleider Maarten van Rossum de stad. De pest brak uit en in elf jaar na de plundering brandde de stad voor drie kwart af omdat de huizen te dicht op elkaar waren geplaatst. Daarna volgde de klap vanuit het binnenste zelf van de stad: glasmaker Gerard Loyen steunde de Calvinis-tische predikanten die iedereen aanspoorden tot vernielingen. In 1566 werd in de Sint Catharinakerk zwaar beschadigd door de beeldenstorm. Het stadsbestuur en de katholieken zagen toe maar konden niets doen.

Oude straatnamen Eindhoven

Het is heel goed mogelijk dat Eindhoven nog geen straatnamen kende, toen het stadje in 1232 van Brabantse hertog Hendrik I vrijheidsrechten kreeg. Als een weg moest worden aangeduid, kon dat toch wel, bijvoorbeeld door de richting aan te geven. Nog in de zestiende-eeuwse archieven komen vermeldingen voor als 'straet lijdende ten Bleeck waert' (Paradijslaan) en 'straet lijdende ter Merckt waert' (Marktstraat of Jan van Hooffstraat)
Intussen had men toen natuurlijk al lang ondervonden, dat deze manier van aanduiden niet altijd praktisch was en zelfs tot verwarring kon leiden. Bij gebrek aan bronnen is niet na te gaan vanaf wanneer echte straatnamen zijn ontstaan, maar in de vijftiende eeuw hadden de belangrijkste Eindhovense straten al een naam. 
Bron:  STRAATNAMEN IN DE STAD, LATER GEMEENTE EINDHOVEN 1340-1920  (pdf) 

De oude straatnaam en de huidige naam
1340 Vijcstrate = Vrijstraat
1368 Kercstrate = Kerkstraat
1386 Markt = Markt
1400 Volrestraet (= Volderstraat en de van de Demer
1403 Steenwech = Demer - Rechtestraat - Stratumseind
1411 Hoevel = Jan van Lieshoutstraat
1414 Hoevelstraet = deel van de Jan van Lieshoutstraat
1428 Molenstraet = Begijnenhof
1428 (Corte) Goerstrate = Heilige Geeststraat
1438 Haghestraet = Ten Hagestraat