Luchtfoto van na de brand 12e april 1956
Hoewel veel van de oorspronkelijke kloostergebouwen door de brand verloren zijn gegaan, is de kapel door inzet van o.a. de Eindhovense Brandweer gespaard  gebleven. Deze is een van de laatste werken van de hand van Pierre Cuypers.

Felle brand in het klooster der zusters Ursulinen te Hamont (België) 

In de vroege ochtend van de 12e april 1956 rinkelde de telefoon naast mijn bed. Nadat ik licht had gemaakt, zag ik op de wekker dat het 3 uur was. Nu weet ik niet hoe het U vergaat als er op eer dergelijk tijdstip wordt gebeld, maar: mijn eerste gedachte was: ,,Het kon wel eens raak zijn ". En het was raak dat kan ik U verzekeren. Het betrof n.l. een verzoek tot hulpverlening in Hamont, een Belgische gemeente grenzend aan het door de zinkfabrieken overbekende Brabantse dorp Budel. Aldaar wetende dat Eindhoven over hogedruk-tankwagens beschikt vroeg men er liefst meteen 5 stuks tegelijk aan met de mededeling dat het grote Ursulinen klooster met bijbehorende internaten in brand stond.

Het was voor mij geen verrassing dat men vanuit Hamont onze hulp verzocht. Immers in 1954, eveneens bij een grote uitslaande brand – welke toen plaats vond in een kaarsen fabriek – had Eindhoven met ínzet van enige Brabantse Korpsen prachtige resultaten in het van waterleiding verstoken plaatsje kunnen behalen. Na een hogedruk nevelspuit- welke tevens is voorzien van een lage druk centrifugaalpomp- om 3.02 uur de kazerne had verlaten- gaf ik, daar onze brandweer niet over zo’n groot aantal hogedruk tankwagens beschikt- en mede om niet een groot aantal manschappen en voertuigen aan de stad te onttrekken- de dienstdoende centralist opdracht een viertal Commandanten van niet dicht bij elkaar liggende gemeenten te verzoeken om assistentie met hun tankwagens te komen verlenen.

Felle rode gloed in Eindhoven te zien

Achtereenvolgens werden dan ook de gemeenten Veldhoven, Asten, Deurne en Helmond verzocht om zich in te zetten voor brandbestrijding te Hamont, aan welk verzoek spontaan gevolg werd gegeven. Op dat moment arriveerde er aan mijn adres de speciale commandowagen welke, zoals waarschijnlijk bekend, voorzien is van een mobilofoon en versterker installatie- op 2 frequenties, zodat vanaf dat moment zowel met de centrale als met het uitgerukte voertuig gesproken kon worden. Nauwelijks echter was ik aan de buitenzijde van de gemeente of ik zag reeds een felle rode gloed boven de plaats des onheils, welke op 28 km van Eindhoven is gelegen. Per mobilofoon gaf ik aan de centrale opdracht – aangezien het bestrijden van deze brand wel eens enige tijd in beslag kon nemen- om de vrije beroepsmanschappen te alarmeren mede i.v.m. het bezetten van meerder hulpverleningsmateriaal. Uit de berichten van het zich voor mij bevindende voertuig vernam ik dat het een zeer hevige brand betrof.

Nadat ik tevens van de centrale had doorgekregen welke gemeenten er voor hulpverlening waren opgeroepen, gaf ik – daar het een klooster betrof waarvan mij geen gegevens bekend waren- om de Magirusladderwagen na te zenden. Bij aankomst op de brandplaats werd onmiddellijk kontakt opgenomen met de daar reeds aanwezige korpsen t.w. de vrijwillige brandweer Budel en de bedrijfsbrandweer der Budelse zinkfabrieken en tevens de heer Tachelet van de Belgische brandweer uit Bree. Al spoedig was het duidelijk dat er van hetgeen al fel brandde niet veel meer te redden zou zijn. Alle krachten dienden dan ook te worde ingezet om uitbreiding te voorkomen zodat er een kans was dat zowel de kostbare kapel – (een schepping van de bekende bouwmeester Cuypers) welke reeds aan de kloosterzijde door het vuur was aangetast- als de nog niet brandende gedeelten van de Oost- en Westvleugel te behouden. Om 3.35 uur was de situatie der aflegwerkzaamheden als volgt: De Brandweer van Bree werkte vanaf hun tankwagen aan de Westelijke vleugel. De Brandweer van Budel had afgelegd vanaf open water- een beekje op 250 m. gelegen van het brandobject – maar daar de motorspuit haar diensten weigerde werd aldaar de motorspuit der Zinkfabrieken ingeschakeld- waarna met een 5 tal stralen water werd gegeven.

Belgische brandweer Bree stopte...

Rekening houdende dat de na ons komende tankvoertuigen van bluswater moesten kunnen voorzien werd de Autospuit Eindhoven tevens vanaf open water ingezet: 1e om met inzet van een 3 tal stralen en het waterkanon deel te nemen aan de blussing van de Oostgevel welke in hoofdzaak uit meer hoogbouw bestond als de tegenoverliggende vleugel ; 2e vanaf een 2e verdeelstuk een 3” toevoerleiding uit te leggen dwars door de bouw heen naar de Westvleugel voor voeding van de aldaar op e stellen tankwagens. Voorts kregen 3 man van de bezetting tot taak alles in het werk te stellen om de reeds brandende kapel te blussen en verder e behouden. Vooruit lopende op het verdere relaas hebben deze en vele andere manschappen een compliment verdiend daar het hen met 2 stralen en heel veel moeite is mogen gelukken de brandschade aan de zo kostbare kapel tot een minimum te beperken. De brand zat n.l. reeds in het orgel op het koor dat een open verbinding had met het daarachter aangebouwde klooster en in het schip gelegen boven de gewelven. Nadat de ladder wagen was gearriveerd werd deze aan de Oostvleugel ingezet om met gebruikmaking van het daarop aanwezige waterkanon de blussing van de klokketoren en achterbouw te ondersteunen. Helaas heeft dit echter niet kunnen verhinderen dat de houten toren opbouw van dit oude bouwwerk aan het vuur ten prooi viel.

Toen om ca. 3.45 uur de brandweer van Bree haar tank van het voertuig had leeggespoten besloot de bevelvoerder het aanvals materiaal op te ruimen en weigerde aan de verdere blussing deel te nemen niettegenstaande men nog gedurende één uur ter plaatse bleef. Daar dit mij onder deze omstandigheden erg vreemd voor kwam vroeg ik aan de bevelvoerende politie commissaris (tevens Commandant brandweer uit Bree) of hij soms boos op ons was, hetgeen hij ontkennend beantwoorde. De reden van deze handelswijze was mij echter wel bekend. Ik wil hier nochtans niet dieper op in gaan daar deze kwestie als een volkomen belgische aangelegenheid moet worden beschouwd. Zeker is echter dat men ten opzichte van het gemeente bestuur van Hamont geen goede beurt heeft gemaakt. Onmiddellijk kon de vrijgevallen plaats van de brandweer van Bree worden ingenomen door die van Veldhoven terwijlde brandweer van Helmond en Asten aan de achterzijde op het binnenterrein hun opstellingsplaatsen hadden ingenomen en van daaruit zowel de Oostelijke als de Zuidelijke vleugel onder schot namen. De laatst aangekomen tankwagen werd voorlopig in reserve gehouden aangezien de brand op dat moment voldoende was ingesloten en ik gaarne enige armslag ad i.v.m. de grootte van het object waarin verrassingen niet denkbeeldig waren. Nadat was gebleken dat met de binnenaanval op en in de Oostelijke vleugel groter resultaat werd bereikt dan met het water vanaf de ladder op de brand - en manschappen- werd geworpen kon deze ladder worden verplaatst naar een binnenhof aan de rechterzijde van de kapel om aldus de 25 m, hoog gelegen ruimte boven de gewelven via een dakkapel te bereiken. Aangezien dit de enigst mogelijke toegang tot de genoemde ruimte was en de brand aldaar van binnenuit moest worden aangevallen kwam het maar al te goed uit dat over de ladderwagen kon worden beschikt. Met inzet van één nevelstraal van het voertuig van de brandweer Helmond - dat voor dit doel een andere opstellingsplaats had moeten innemen – werd de brand in het houten dakbeschot en kapspanten snel bedwongen. [zie filmpje van Martien van Brussel]

“Brand meester” 

Na hard werken van alle aanwezige manschappen kon tegen 6 uur het Nader Bericht “Brand meester” worden gegeven. Jammer is echter - gezien de zeer oude en brandbare samenstelling van het gebouwen complex, dat geheel van out was met aansluitingen en open verbindingen naar alle zijden - waar nimmer enige preventieve maatregel betreffende de bouw was toegepast – dat onze hulp zo laat werd ingeroepen als men hierbij bedenkt dat door enige zusters de brand om ca. 1.20 uur werd ontdekt. Bij een vroegere inzet van het hulpverleningsmaterieel ware het zeer goed mogelijk geweest grotere gedeelten tegen het vuur te beschermen omdat toen de mogelijkheden nog aanwezig waren geweest vanaf bepaalde opstellingsplaatsen de brand te localiseren, hetgeen bij onze aankomst niet meer tot de mogelijkheden behoorde. Een gelukkige omstandigheid was echter dat een der zusters na het ontdekken van de brand de tegenwoordigheid van geest had om de kloosterklokken te luiden, waardoor een ieder in het gebouw werd gewekt en met uitzondering van enige zieken het gebouw op eigen gelegenheid kon verlaten. Dankzij de paasvakantie waren er op het moment van de brand maar een 42 tal zusters - 4 dames en 6 kinderen in het gebouw aanwezig. Anders waren er vele honderden bewoners geweest, waarbij dan ook waarschijnlijk - gezien de snelle uitbreiding va het vuur - persoonlijke ongelukken niet zouden zijn uitgebleven.

Tijdens hert nachtelijke blussingswerk hetgeen hier en daar bijzonder riskant was in verband met de vele aanwezige schoorstenen – lichtkappen – open traphuizen – torentjes enz. hebben zich geen ongelukken voorgedaan; echter bij een 2 tal manschappen zat de schrik er wel even in, toen ze beiden door een omvallend muurtje werden getroffen. Toen de meeste voertuigen laat inde ochtend huiswaarts keerden, konden de manschappen er trots op zijn dat door hun gezamenlijke krachtsinspanning zowel de kapel als een groot aantal schoollokalen met bijgebouwen behouden zij gebleven. Hiermede hebben zij grote dank verworven van alle die de kapel van bouwmeester Cuypers zo na aan het hart ligt. Voor de totale brand bestrijding, waaraan practisch alleen met nieuw materieel werd deelgenomen – soms zelfs gedurende 10 uur achtereen - zijn 9 lage- en 11 hogedrukstralen ingezet.
J.G. Nieman.
De Brandweer, 10e jaargang, no. 6, juni 1956
 De foto’s zijn gemaakt door de Brandweer Eindhoven.

[extra info]  De afstand Bree-Hamont is 16 km. De afstand Eindhoven-Hamont is 28 km. Eindhoven is rond 03:00 uur gebeld. De brandweer van Bree was toen al ruim een uur aan het blussen, want de brand is rond 1:20 uur ontstaan. Conclusie: de brandweer van Bree heeft eerst zelf geprobeerd de brand te blussen. Dat lukte niet. Er is te laat assistentie gevraagd. Ze hadden geen water meer om 03:45 uur en zijn een uur later vertrokken, terwijl het sein “Brand meester” rond 06:00 uur is gegeven.
 Han Nieman

Ursulinenklooster (Hamont)

Het Ursulinenklooster is een voormalig klooster en onderwijscomplex van de Zusters Ursulinen. Het bevindt zich aan de Kloosterstraat te Hamont in de Belgische provincie Limburg. De zusters zijn van 1839-2012 aanwezig geweest. Kloosterkapel Het klooster, ook bekend onder de naam Stalleken van Bethlehem, werd gesticht vanuit het Ursulinenklooster te Tildonk. In 1838 werd de eerste steen ervoor gelegd en in 1839 trokken de zusters erin. Er werd een internaat opgezet, en in 1843 opende een lagere meisjesschool, voor een deel ook externaat. In 1849 werd de definitieve kapel ingezegend. Hierna zijn diverse schoolgebouwen, een bakkerij en een washuis gebouwd, terwijl in 1861 een kleuterschool werd geopend. In 1860 volgde een zondagshuishoudschool voor oudere meisjes en volwassenen. In 1883 werd een Lourdesgrot aangebracht en in 1900 een Calvarieberg. Door sterke uitbreiding werd omstreeks 1900 het oude complex afgebroken en door een nieuw klooster vervangen. In 1911 opende een huishoudschool, in 1913 werd de eerste steen voor een nieuwe kapel gelegd naar ontwerp van Pierre Cuypers, welke in 1919 werd ingewijd. In 1920 werd een leerwerkhuis voor meisjes geopend, feitelijk een beroepsopleiding voor kleding.

In 1920 werd een leerwerkhuis voor meisjes geopend, feitelijk een beroepsopleiding voor kleding. Het klooster had aanzienlijk te lijden onder de Duitse bezetter, waarbij het van 4-6 september 1944 geplunderd werd bij de aftocht van dezen. Na de bevrijding diende het klooster nog enige tijd tot hospitaal voor de Engelsen, en in maart 1945 kwam het klooster weer in handen van de zusters. In 1950 werd een jongensinternaat geopend en in 1951 kwam er een gymnasium en moderne humaniora, doch in 1956 ging dit naar Overpelt. In hetzelfde jaar werd het klooster door brand zwaar beschadigd, maar de kapel bleef gespaard. Een groot deel van het klooster en de onderwijsgebouwen moest worden gesloopt en werd herbouwd. Aldus ontstond het Instituut Maria Middelares. Dit fuseerde in 1983 met het Salvatorcollege op 't Lo. In 2012 vertrokken de laatste zusters Ursulinen uit Hamont naar Herk-de-Stad. Het kloostercomplex werd aangekocht door de gemeente Hamont-Achel en zal een herbestemming krijgen.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Ursulinenklooster_(Hamont)